Onderaan dit bericht staat het rapport van WUR naar leefbaarheid. Voor vragen kun je contact opnemen met info@p-10.nl. Allereerst een toelichting geschreven door P10-beleidsstrateeg Lydia van Santen.
Wageningen University & Research onderzocht de leefbaarheid naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer. De achteruitgang van leefbaarheid blijkt zelfversterkend te zijn “het verdwijnen van een voorziening kan leiden tot het sluiten van andere voorzieningen”. Om zulke keteneffecten te stoppen, moet de overheid meer verantwoordelijkheid nemen.
De leefbaarheid van het platteland staat volop in de belangstelling. Voor energieopwekking, woningbouw, distributie- en datacentra, wateropvang, duurzame landbouw en meer natuur wordt al snel gekeken naar het platteland. Tegelijkertijd verdwijnen de basisvoorzieningen die het platteland leefbaar houden, zoals openbaar vervoer, huisartspraktijken en scholen. Dit vergroot de ongelijkheid met de stad en voelt voor veel mensen als onrechtvaardig.
Economische kosten vs baten vaak als uitgangspunt
De onderzoekers hebben in beeld gebracht hoe besluiten over voorzieningen op het platteland tot stand komen, en welke kennis daarbij wordt gebruikt. Heel vaak is de belangrijkste afweging of de kosten van een voorziening nog opwegen tegen de baten. Die afwegingen worden grotendeels door de aanbieder en buiten de politiek om gemaakt. De vervoerder beoordeelt of een buslijn rendabel is. Maar de aanbieder kijkt niet naar de effecten in de hele keten, terwijl die de inwoners juist hard raken. Zo verdwijnt met de winkel ook een plek van dagelijkse ontmoeting, en kan de fysiotherapeut geen praktijkuren aanbieden als er geen dorpshuis meer is. Het gevaar is dat inwoners de motivatie verliezen om zich, eventueel samen met de overheid, in te zetten voor een duurzame leefomgeving en samenleving
Alle lagen van de overheid: werk samen!
De onderzoekers doen concrete aanbevelingen om de achteruitgang van leefbaarheid te stoppen. De belangrijkste zijn aan de politiek gericht. Het is belangrijk dat alle lagen van de overheid, van Rijk tot gemeenten, de regie gaan nemen. Samen met lokale bewoners, maatschappelijke instellingen en bedrijven moeten zij zich gaan inzetten voor de vitaliteit van dorpen en het landelijk gebied. Leg bijvoorbeeld een basisniveau van leefbaarheid wettelijk vast. Denk aan ontmoetingsplekken, decentrale zorg, minimale bereikbaarheid en goed internet. Ook moeten inwoners het recht krijgen om het behoud van voorzieningen op hun eigen manier vorm te geven; nu lopen ze vaak aan tegen regelgeving of het commerciële belang van professionele partijen.